Onhoudbare pensioenpositie DGA
Anders dan werknemers of zelfstandigen mogen dga’s pensioen in een eigen bv opbouwen. Maar bij scheiding, lang leven, arbeidsongeschiktheid en dividend uitkeren lopen dga’s die pensioen in eigen beheer hebben steeds meer tegen problemen aan. Dat heeft vooral te maken met het verschil tussen de fiscale en de commerciële waarde. Dit verschil is door de lage rente en wijzigingen in de rekensystematiek de afgelopen jaren erg groot geworden. Dit verschil veroorzaakt in veel situaties liquiditeitsproblemen bij dga’s.
Door Jeroen Potjes, COO VIVAT. Woensdag 26 oktober 2016.
De overheid is al jaren op zoek naar oplossingen en lijkt die nu te hebben gevonden zonder dat dit de dga liquiditeiten kost. Echter, één belangrijke optie is niet meegenomen in het plan die het pensioen in eigen beheer vanaf 2017 ingrijpend wijzigt. Dat is de optie die de problematiek rondom de situatie na ziekte, scheiden en overlijden oplost en de dga helpt bij het afdekken van zijn lang leven risico.
Het pensioen dat dga’s tot 2017 hebben opgebouwd wil de staatssecretaris bevriezen of uitfaseren. Het wetsvoorstel creëert hiervoor het volgende stappenplan. De commerciële waarde van het tot 2017 opgebouwde pensioen wordt naar het niveau van de fiscale waarde van de pensioenverplichting.. Deze afstempeling mag door de dga fiscaal geruisloos (zonder loonbelasting, revisierente en vennootschapsbelasting) worden afgestempeld als de dga vervolgens kiest voor afkoop of omzetting.
De dga krijgt tot 2020 de mogelijkheid zijn opgebouwde pensioen in eigen beheer af te kopen. De (lage) fiscale waarde van de pensioenverplichting per ultimo 2015 vormt het uitgangspunt (de grondslag) voor de vaststelling van de grondslag van de loonbelasting die verschuldigd is. Daarnaast wordt er een korting verleend op deze grondslag.. Na afkoop verliest de dga het recht op een levenslang pensioen. Bij ziekte of overlijden is niets verzekerd en bij echtscheiding verdwijnt het wettelijk recht op pensioen voor de (ex-)partner, terwijl dat in de huidige eigen beheer situatie wel et geval is. Maar het is voor veel dga’s wel een goede mogelijkheid om een groot verschil tussen fiscale en commerciële waarde zonder al te veel fiscale drempels op te heffen. Daar moeten dan wel voldoende liquide middelen voor beschikbaar zijn.
Heeft de dga onvoldoende liquide middelen beschikbaar om de heffing over de fiscale afkoopwaarde te betalen? Dan mogen ze de waarde na afstempelen omzetten in een oudedagsverplichting. Het geld blijft in de onderneming en de dga is af van het grote verschil tussen fiscale en commerciële waarde van zijn pensioen. Op de pensioendatum moet de dga de waarde omzetten naar een lijfrente met een looptijd van tenminste 20 jaar. Het lang leven risico is dan niet meer verzekerd, dat geldt ook voor de risico’s van overlijden en ziekte. Bij scheiden bestaat voor de ex-partner geen recht op pensioen op basis van de wet die voor pensioen in eigen beheer wel geldt.
Als we de dga weer onder de Pensioenwet brengen, dan heeft dat veel extra voordelen
De dga kan er ten slotte ook nog voor kiezen om het tot 2017 opgebouwde pensioen in eigen beheer premievrij voortzetten. Dan blijven de problemen veroorzaakt door het verschil tussen fiscale en commerciële waarde bestaan. Maar omdat geen nieuwe opbouw mag plaatsvinden worden die problemen niet veel groter. Dat geldt helaas ook voor de dekkingen bij ziekte en overlijden, deze kunnen in de toekomst te weinig blijken. Maar er is dan nog altijd meer verzekerd dan in de vorige twee opties.
Welke belangrijke optie ontbreekt?
De drie geschetste mogelijkheden lossen de problematiek rondom de situatie na ziekte, scheiden en overlijden niet op en helpen de dga niet bij het afdekken van zijn lang leven risico. Daarom is een vierde optie erg wenselijk. Laat een dga na het fiscaal geruisloos afstempelen de waarde afstorten bij een professionele verzekeraar om er daar een tweede pijler pensioenaanspraak voor aan te kopen. Dan kan het lang leven risico en de dekking bij ziekte en overlijden in stand worden gehouden. Bij scheiding heeft de partner dezelfde rechten als in de eigen beheer situatie, dus er wijzigt dan het minst voor iedereen. Dat voorkomt discussies over verrassingen in de toekomst. Om deze extra optie aantrekkelijk te maken moet worden toegestaan dat bij omzetting van de aanspraken van een eindloontoezegging naar een beschikbare premieregeling geen fiscale sancties gelden. Immers, de meeste eigen beheer pensioenen zijn op basis van eindloon of middelloon toegezegd terwijl de meest toekomstvaste en gewilde verzekerde oplossing een beschikbare premieregeling is.
Als we de pensioenaanspraken van de dga weer onder de beschermende werking van de Pensioenwet brengen, dan heeft dat veel extra voordelen. Bij een eventueel faillissement van de bv zijn deze aanspraken dan volledig beschermd. Daarnaast zou de dga weer kunnen deelnemen in de collectieve regeling van de overige werknemers en gebruik kunnen maken van het recht op waardeoverdracht. Door het van toepassing verklaren van de Pensioenwet op de pensioenaanspraken van de dga is het tevens mogelijk voor de dga om zijn aanspraken onder te brengen bij een premiepensioeninstelling. Door de hier voorgestelde optie zouden ook de aanspraken uit eigen beheer hier aan kunnen worden toegevoegd. Het toevoegen van een dergelijke optie betekent geen ingrijpende wijziging van het wetsvoorstel, maar draagt wel bij aan de uitfasering van de aanspraken in eigen beheer. De dga krijgt op die manier de mogelijkheid om afspraken uit het verleden nieuw vorm te geven.